In Google Analytics 4 (GA4) zie je regelmatig ‘(not set)’ staan. In dit artikel leg ik uit wat ‘(not set)’ is, wat de oorzaken zijn en hoe je dit zoveel mogelijk kunt oplossen, om te voorkomen dat je ‘(not set)’ terug ziet in je rapporten.
Wil je kanaalgroepen aanpassen in Google Analytics 4 (GA4), zodat je het verkeer aan het juiste kanaal toewijst? Dan heb ik goed nieuws! Je kunt nu sinds een aantal weken je eigen kanaalgroep samenstellen en instellingen van kanalen in Google Analytics 4 (GA4) aanpassen. Iets waar velen vol verwachting naar hebben uitgekeken. Zie je zelf nu ook regelmatig ‘Unassigned’ als kanaal in je kanalenrapport en worden bron/medium wel geregistreerd? Of worden kanalen niet goed toegewezen vanwege gebruik van utm-tagging in je links? Hoe je dit oplost leg ik uit in dit artikel. Waar vind je de standaard kanaalgroep? De standaard kanaalgroep in GA4 vind je bij de standaard rapporten onder Gebruikersacquisitie en Verkeersacquisitie. Ook kun je deze kanaalgroep opvragen in het deel Verkennen als je een aangepast rapport gaat maken. Wanneer wil je de kanaalgroep aanpassen? In eerste plaats als je nu het kanaal Unassigned ziet en dat dit wél verkeer is wat geregistreerd wordt als een specifiek bron/medium. Dan weet je dat dit verkeer niet goed wordt toegewezen aan een bestaand kanaal en valt het onder het kopje ‘overige’, wat Unassigned heet. Maar ook als je je nieuwsbrief niet goed doormeet m.b.v. utm-tagging, dan zul je zien dat het bezoek vanuit je nieuwsbrief in verschillende kanalen terecht komt. Dit is afhankelijk waar de nieuwsbrief in geopend is. Als je de nieuwsbrief ontvangt in je gmail, dan wordt een klik uit de nieuwsbrief geregistreerd als verwijzend verkeer van de bron mail.google.com en wordt het toegewezen aan het kanaal Referral. Dit geldt uiteraard ook voor andere mailproviders. Hoe maak je een nieuwe kanaalgroep aan? Ga linksonder via het tandwieltje naar de beheeromgeving. In de propertykolom van je GA4-account ga je naar Gegevensinstellingen – Kanaalgroepen. Vervolgens klik je op Nieuwe kanaalgroep maken. Er wordt dan een kopie gemaakt van de standaardkanaalgroep. Hier kun je: Kanaalgroep aanpassen Kanalen in de groep aanpassen Nieuwe kanalen creëren Kanalen verwijderen Volgorde van kanalen aanpassen In het veld Groepnaam vul je de naam in van je nieuwe kanaalgroep. Dit is de naam die je terug ziet in de rapporten, dus maak hier een duidelijk herkenbare naam van. Klik op de blauwe button als je een geheel nieuw kanaal wilt maken. Als je van een bestaand kanaal de voorwaarden wilt aanpassen, dan klik je op dat kanaal. Hier zie je dan de voorwaarden die dat kanaal nu heeft en door te klikken op Of kun je extra voorwaarden mee geven. Bijvoorbeeld in het geval van het kanaal Email is het verstandig dat je meegeeft dat de bron of het medium ‘mail’ moet bevatten. En wil je het dan gelijk goed doen, dan geef je ook mee dat de bron ‘outlook’ kan bevatten. Wanneer je namelijk de outlookmail in webmail opent, ben je op ‘outlook.live.com’. Anders zou deze dus niet mee worden genomen in het kanaal E-mail maar toegewezen worden aan het kanaal Referral. En dat is niet wat je wilt, toch? Als je kanalen hebt aangepast en opgeslagen, dan is de volgende stap om de volgorde van de kanalen aan te passen. Als bijvoorbeeld het kanaal Referrals nog steeds boven Email staat, dan wordt eerst gekeken of het bezoek aan de voorwaarde van Referrals voldoet en dan heeft de aanpassing die je hebt doorgevoerd in het kanaal Email geen zin. Bij de toewijzing van het verkeer aan een kanaal kijkt Google dus naar de volgorde waarin de kanalen staan. Dit omdat een bezoek maar aan 1 kanaal kan worden toegewezen. Deze aanpassing doe je door op de button Opnieuw ordenen te klikken. Vervolgens sleep je de kanalen naar de plek waar je het wilt hebben. Ga er hierbij van uit dat je de kanalen die je hebt aangepast en nieuw hebt aangemaakt dat je deze bovenaan zet, zodat Google als eerste naar de voorwaarden van je aangepaste kanalen kijkt. Limieten bij aangepaste kanaalgroepen Bij de gratis versie van GA4 kun je maximaal 2 aangepaste kanaalgroepen maken. Bij de betaalde versie is dit 5. Per kanaalgroep is er een maximum van 25 kanalen. Dit geldt voor zowel de gratis als de betaalde versie. Deze limieten lijkt me geen probleem voor de gratis versie ???? Waar kun je de nieuwe kanaalgroep vinden? De kanaalgroep die je hebt aangepast vraag je op onder Rapporten bij de Acquisitierapporten. Ook kun je de aangepaste kanaalgroep gebruiken in de rapporten in het deel Verkennen en kun je het toepassen bij doelgroepen. Achter de naam van je kanaalgroep wordt automatisch ‘voor nieuwe gebruiker’ toegevoegd. Deze vraag je op bij gebruikersacquisitie, waar gekeken wordt naar het eerste kanaal in de customer journey. Voor de verkeersacquisitie, waarbij gekeken wordt naar het laatste kanaal voordat de bezoeker op de website komt, wordt automatisch ‘voor sessie’ aan de naam van je kanaalgroep toegevoegd. Het mooie is dat je nieuwe kanaalgroep direct beschikbaar is en dat het met terugwerkende kracht werkt. Je kan dus gelijk je nieuwe kanaalgroep toepassen op historische data! Conclusie Deze aanpassing is een welkome aanvulling en maakt je dat je GA4 nog meer kunt ‘customizen’ dan je al kon. In mijn trainingen en e-learning ga ik uitgebreider hierop in. Deze nieuwe feature maakt dat je het verkeer beter kunt toewijzen, zeker als je veel gebruik maakt van utm-tagging om verkeer specifieker in je rapporten te zien. Wil je meer weten leren over deze feature en hoe je meer succes haalt met GA4? Kijk dan naar een van mijn GA4-trainingen of bekijk de infomatie over de Praktijkgerichte E-learning Google Analytics 4
#GA4tips: Dit is hoe je kanaalgroepen aanpast in GA4 Meer lezen »
Als je online producten of diensten verkoopt en mensen betalen dus direct op je website, dan wil je deze transacties uiteraard goed weergeven in je analytics pakket. Je ziet dan namelijk ook welke producten zijn verkocht en wat de opbrengst is. Hierdoor kun je ook goed beoordelen welke verkeersbronnen de meeste opbrengst genereren. In dit artikel laat ik zien welke stappen je moet ondernemen om de producten en transacties op de juiste wijze te laten tonen in je e-commerce rapporten.
#GA4tips: Dit is hoe je e-commerce moet instellen in GA4 met GTM Meer lezen »
Er is een aantal gebeurtenissen die automatisch gemeten worden in GA4, wat gelijk ook weer de kracht is van Google Analytics 4. Alleen helemaal automatisch is het ook weer niet. Wat veel mensen vergeten is dat niet standaard belangrijke parameters dan ook terug komen in rapporten, die juist de informatie bevat die je nodig hebt. Welke dit zijn en wat je hiervoor moet doen, lees je in dit artikel. Gebeurtenissen en parameters in GA4 Eerst even de basis: wat zijn de gebeurtenissen en parameters in Google Analytics 4? Alle interacties op de website of app worden gemeten als een gebeurtenis. Zo is het opvragen van een pagina een gebeurtenis, en ook het bekijken van een video of een transactie is een gebeurtenis. Aan een gebeurtenis wordt extra informatie mee gestuurd. Dit gebeurt met parameters. Dit zijn dus dimensies die een beschrijving geven en zo extra informatie geven van die gebeurtenis. Bijvoorbeeld een klik op een button is een gebeurtenis. Aan deze gebeurtenis kun je parameters mee sturen zoals ’tekst_op_button’ en ‘link_url’, de link van de pagina waar je naar toe gaat nadat je op de button hebt geklikt. Automatisch gemeten gebeurtenissen Een van de sterkste kanten van GA4 is dat een aantal gebeurtenissen automatisch gemeten worden. In het deel Verbeterde meting zie je dat dit deze gebeurtenissen zijn: Scrolldiepte : dit wordt geactiveerd als de bezoeker de pagina voor 90% gescrollt heeft. Uitgaande klikken: dit zijn alle klikken die naar een andere website gaan dan je eigen domein. Interne zoekopdrachten op de site: als je een zoekfunctie op je website hebt, dan worden deze gemeten, mits je de juiste instelling hiervoor hebt doorgevoerd. Formulierinteracties: hiermee worden formulieren op je website door gemeten (deze is nieuw en kom ik op terug in een ander blogartikel) Bekijken van video: als je youtube embedded videos op je website hebt staan worden deze gemeten Downloads: bijvoorbeeld van een whitepaper Op zich is dit mooi en zeker een verbetering t.o.v. Universal Analytics, alleen er zit wel een klein addertje onder het gras: bepaalde parameters worden niet automatisch gerapporteerd in Google Analytics 4. Dit betekent dat je niet automatisch ziet o.a. met welke zoekterm er is gezocht op je website en wat de bestandsnamen zijn van de downloads op je website. En dat is juist de informatie die je WEL wilt zien, toch? Welke parameters moet ik nog toevoegen in GA4? Het is natuurlijk afhankelijk welke gebeurtenissen op je website en in je app plaats vinden en welke parameters je dan moet toevoegen in GA4. Het is in ieder geval verstandig deze parameters toe te voegen: search_term: hiermee kun je de zoektermen opvragen in je rapport welke je bezoekers aan je website hebben ingetoetst om te zoeken op jouw website. Je moet dan uiteraard wel een interne zoekfunctie hebben op je website, maar dat spreekt voor zich. link_url: dit is de pagina waar je naar toe gaat als je op de betreffende link klikt. Dit is met name handig als je wilt weten naar welke websites bezoekers vanaf jouw website gaan, dus de ‘outbound links’. Denk bijvoorbeeld aan je Facebook bedrijfspagina of je LinkedIn bedrijfspagina. file_extension: hiermee weet je wat de extensie is als je bezoekers op een downloadlink klikken. Veel voorkomend is natuurlijk pdf, maar het kan ook een jpg, mp3, mp4, etc. zijn. file_name: dit is de bestandsnaam van de download, bijvoorbeeld de naam van de whitepaper die wordt gedownload. link_domain: het domein waar de bezoeker naar toe gaat na het klikken op deze link. Ook weer van toepassing bij outbound links. link_text: de beschrijvende link waarop geklikt wordt. Parameters voor YouTube video’s op je website Als je youtube embedded video’s op je website hebt, dan worden deze automatisch gemeten waarbij de JS API is aangezet. In dit geval is het verstandig deze paramaters toe te voegen: video_current_time: dit is het tijdstip waarop iemand de video bekijkt. video_duration: totaal aantal seconden dat een video wordt afgespeeld. video_percent: percentage van de totale duur van de video dat wordt bekeken. video_provider: aangezien de Verbeterde Meting alleen geldt voor YouTube embedded videos is dit altijd YouTube. video_title: titel van de video. video_url: url van de video. Als je video_title instelt dan lijkt me de video_url van minder belang om in te voeren in GA4. Deze kun je dus ook negeren. Hoe kan ik deze parameters toevoegen in Google Analytics 4? Ga in het linkermenu naar Configureren en klik op Aangepaste definities. Daarna op Aangepaste dimensie maken: Je gaat dan eerst in het onderste veld Gebeurtenisparameter klikken en zoeken naar de parameters. Niet alle parameters staan er in. Bijvoorbeeld ‘search_term’ staat niet in de lijst en kun je gewoon intypen in het veld. Bij de dimensienaam kun je zelf bepalen hoe je de parameter in je rapporten wilt zien. Je kunt hier ook kiezen voor precies dezelfde parameternaam. Ik heb in onderstaande voorbeeld gekozen voor ‘interne zoekterm’ terwijl de gebeurtenisparameter ‘search_term’ is: Bij beschrijving kun je verduidelijken wat de parameter is. Dit veld is niet verplicht. En uiteraard sla je de nieuwe aangepaste dimensie/parameter op als je alles goed hebt ingevuld. Dit doe je voor alle bovengenoemde parameters. Kijk eerst of de parameter al in de lijst staat. Dit betekent niet dat deze al geregistreerd staat en terug komt in de rapporten. Bijvoorbeeld link_url staat al in de lijst, maar wordt niet automatisch gerapporteerd op het moment dat je de gebeurtenis file_download bekijkt. Kies deze parameter dan uit de lijst. Zo weet je zeker dat je de goede parameter kiest. Voor elke gebeurtenis waar deze parameters van toepassing zijn, worden deze parameters in de rapporten gevuld. Je hoeft de parameter dus maar 1x in te voeren bij ‘aangepaste definities’. Op deze manier weet je zeker dat je deze informatie vanaf het begin te zien krijgt, waardoor je geen waardevolle inzichten meer mist! Wil je meer leren over Google Analytics 4? Kijk dan naar andere blogartikelen in de serie #GA4tips. Ben je op zoek naar een training? Je hebt dan de keuze uit de volgende: Basis
#GA4tips: Dit zijn de parameters die je vanaf het begin moet aanmaken in GA4 Meer lezen »
De nieuwe versie Google Analytics 4 (GA4) is gebaseerd op een event-based datamodel. Dit betekent dat alle interacties op de website worden gemeten als een gebeurtenis. Denk hierbij aan paginaweergaven, het starten van een sessie (bezoek), maar ook het bekijken van een video en een transactie. In Universal Analytics waren dit verschillende hittypes, in GA4 zijn dit dezelfde hittypes, namelijk gebeurtenissen en dit vereist een andere setup. In dit artikel van de serie #GA4tips lees je hoe je de gebeurtenissen aanmaakt/meet in GA4 en wat de parameters zijn die aan deze gebeurtenissen gekoppeld zijn. Google besloot om alles in gebeurtenissen te meten omdat de verschillende hittypes niet te combineren zijn met de gebeurtenissen die in de app plaats vinden. Nu alles in GA4 in gebeurtenissen worden gemeten zijn metingen cross platform dus ook mogelijk, wat in Universal Analytics niet kan. Nu is het bijvoorbeeld mogelijk de customer journey te zien van iemand die begint in de app en vanuit de app door klikt naar de website. Meer over de verschillen en wat GA4 is kun je lezen in #GA4tips: Google Analytics 4: wat is deze nieuwe Google Analytics? Veel gebeurtenissen worden in GA4 automatisch gemeten Het grote voordeel is dat GA4 veel gebeurtenissen automatisch meet. De gebeurtenissen zijn onderverdeeld in 4 categorieën: 1. Automatische meting: Dit zijn de standaard gebeurtenissen die automatisch gemeten worden. Vergelijkbaar met de interacties die met de standaard analyticscode al in Universal Analytics worden gemeten, zoals paginaweergaven en paginatitel. 2. Verbeterde meting: Dit is het grote verschil met Universal Analytics. Gebeurtenissen als downloads, video bekijken, 90% scrolldiepte, zoeken op website en uitgaande klikken worden automatisch gemeten. Wat betreft video gaat dit alleen op voor embedded video’s van YouTube op je website. Gebruik je bijvoorbeeld Vimeo als videoplayer dan zul je dit met Google Tag Manager (GTM) meetbaar moeten maken. Maar zelfs embedded video’s van YouTube gaan niet altijd automatisch goed en zul je met GTM alsnog moeten instellen. Ook het zoeken op je eigen website gaat niet altijd automatisch goed. Alleen als de zoekterm in de url van je website komt achter een van de parameter s, q, search, query of keyword staat, wordt het automatisch gemeten. Heb je een andere parameter, dan kun je dat bij de instellingen van GA4 toevoegen. Heb je geen parameter in de url, dan is het afhankelijk van de bouw van je website wat je moet doen om dit via GTM meetbaar te maken. Ik ga hier niet te diep op in, maar wil je meer weten over deze Verbeterde meting, lees dan het artikel #GA4tips: de top 10 instellingen om door te voeren in Google Analytics 4. 3. Aanbevolen gebeurtenissen Dit is een lijst van namen van gebeurtenissen die Google voorstelt om te gebruiken. Dit is doet Google zodat ze het algoritme zo goed mogelijk kunnen voeden, waardoor je als gebruiker zo veel mogelijk informatie krijgt in je rapporten en toekomstige functies en integraties kunt gebruiken wanneer deze beschikbaar komen. Wil je weten welke gebeurtenissen dit zijn? Bekijk dan deze lijst van de aanbevolen gebeurtenissen 4. Aangepaste gebeurtenissen Wil je nu een interactie op je website als een gebeurtenis meten en deze gebeurtenis valt niet onder een van de bovenstaande, dan maak je een aangepaste gebeurtenis aan. Dit zijn simpelweg gebeurtenissen waarvan je zelf de naam bepaalt en welke parameters voor extra informatie er aan worden gehangen. In dit artikel ga ik juist verder inzoomen hoe je een aangepaste gebeurtenis maakt en hoe je een bestaande gebeurtenis in Universal Analytics kopieert naar GA4. Wat zijn de parameters in GA4? Extra informatie over een gebeurtenis stuur je via een parameter. Ook bij de parameters heb je verschillende types: 1. Automatisch gemeten parameters Hier hoef je dus niets voor te doen, deze worden automatisch met bepaalde gebeurtenissen mee gestuurd. Denk hierbij aan o.a. pagina-url (page_location), paginatitel (page_title), verwijzende pagina (page_referrer) en taal (language). 2. Gebruikersparameters (user properties genaamd): Dit zijn parameters die op gebruikerniveau zichtbaar zijn. Denk hierbij aan leeftijdscategorie, land, interesses etc. 3. Aangepaste parameters: Dit zijn de parameters die je, de naam zegt het al, zelf aanpast. Deze kun je dus zelf verzinnen, afhankelijk van de informatie die je mee wilt sturen. Concreet voorbeeld is bij de gebeurtenis klik op een button, dat de aangepaste parameter die je dan wilt mee sturen is buttontekst. Anders weet je alleen dat er op een button is geklikt, maar niet op welke button. Met de parameter ‘buttontekst’ stuur je deze informatie wel naar GA4. Hoe weet ik welke gebeurtenissen ik moet meten in Google Analytics 4? Nu je met een schone lei begint is dit natuurlijk ook hét moment om te kijken welke gebeurtenissen je nu écht wilt doormeten. Dit om te voorkomen dat je zo meteen ontzettend veel data hebt waar je niets mee doet. Een handig model wat ik hierbij gebruik is het See-Think-Do-Care model van Google. Dit model heeft namelijk dezelfde opbouw als de structuur van de belangrijkste rapporten in GA4. Per fase stel je businessvragen op en vervolgens kijk je wat je moet meten om antwoord te kunnen geven op deze vragen. Van daaruit bepaal je dan de KPI’s. In #GA4tips: waar moet ik op letten als ik ga overstappen van Universal Analytics naar Google Analytics 4? heb ik dit stappenplan verder beschreven. Ook komt het bepalen van de KPI’s, prioriteiten hieraan geven en hoe je een meetplan opstelt uitgebreid terug in de Praktijkgerichte E-Learning Google Analytics 4. Kopieer de doelen uit Universal Analytics! Voordat je begint met het aanmaken van gebeurtenissen in GA4 kun je het beste eerst beginnen met het kopiëren van doelen uit Universal Analytics (UA). Maar wacht even, je kunt toch niets overnemen van UA? Voor het grootste deel klopt dat. Je kunt geen ‘gegevens’ overzetten van UA naar GA4. Specifieke instellingen wel en het kopiëren van doelen is hier een van. Hoe je dit doet heb ik beschreven in het artikel conversies instellen in Google Analytics 4. Hoe kopieer ik een gebeurtenis van Universal Analytics naar GA4? Stel je hebt al een aantal gebeurtenissen
#GA4tips: wat zijn gebeurtenissen en parameters in GA4 en wat kun je ermee? Meer lezen »
Conversies, oftewel doelen in GA4 zijn de gewenste acties van bezoekers op je website of van je app. Voorbeelden van conversies zijn een aankoop van een product, het invullen van een offerte- of contactformulier, maar ook het doen van een download of bijvoorbeeld een inschrijving van een nieuwsbrief. In Google Analytics 4 kun je alleen van gebeurtenissen een conversie maken. Hoe je dit doet en hoe je doelen uit Universal Analytics kunt kopiëren naar GA4 lees je in dit artikel. Migreren (kopiëren) van doelen uit Universal Analytics! Voordat je begint met het instellen van conversies, moet je eerst bepalen wat je wilt meten en welke doelen voor jouw van belang zijn om op te rapporteren. Het is goed mogelijk dat je deze doelen al hebt staan in Universal Analytics. En het goede nieuws is dat je deze kunt migreren (kopiëren) naar Google Analytics 4! Dit ga je doen vóórdat je begint met het aanmaken van gebeurtenissen en parameters in GA4. Weet wel dat je hiermee geen ‘gegevens’ overzet van UA naar GA4, want de historische data kun je niet overzetten. Wat je wel kunt kopiëren is de instelling van het doel, zoals je deze als een conversie(gebeurtenis) wilt zien in Google Analytics 4. Dit werkt alleen voor de doelen die zijn ingesteld als type ‘gebeurtenis’ of als type ‘bestemming’, dus als je doel het bereiken van een specifieke pagina is. Mijn ervaring is dat bijna alle doelen als een van deze 2 typen zo zijn ingesteld, maar er zijn uiteraard uitzonderingen! Hoe kun je doelen kopiëren van Universal Analytics naar GA4? Dit gaat als volgt te werk. Op het moment dat je GA4 hebt aangemaakt via de instelassistent in de beheeromgeving, dan is het Universal Analytics property daaraan gekoppeld. Hierdoor worden al basale instellingen overgenomen, zoals tijdzone en in welke valuta je wilt rapporteren. Ga naar Installatieassistent en klik op Conversies instellen. Klik rechts op de 3 puntjes en in het pop-up menu klik je op Importeren uit Universal Analytics. Vervolgens zie je de doelen die je kunt importeren. Vink de doelen aan die je wilt importeren en klik bovenaan op Geselecteerde conversies importeren. En vervolgens zie je de doelen als conversie terug in GA4. Je ziet dat voor deze doelen de eerste nieuwe aangepaste gebeurtenissen zijn aangemaakt. Wel zo handig, want deze hoef je dus niet eerst zelf handmatig aan te maken! Je stelt dus vanuit een gebeurtenis een conversie in, wat dan vervolgens een conversiegebeurtenis heet. Hoe maak je van een gebeurtenis een conversie in GA4? Van een gebeurtenis maak je een conversie als je dat als een doel wilt zien in GA4. Dat gaat heel eenvoudig: Links in hoofdmenu klik je op Configureren en dan op Gebeurtenissen. Hier zie je een lijst van gebeurtenissen die hebben plaats gevonden. In de laatste kolom Markeren als conversie doe je het schuifje naar rechts als je de gebeurtenis als een conversie wilt zien. Een andere mogelijkheid is te klikken op Conversies (i.p.v. op gebeurtenissen) en klik op de blauwe button Nieuwe conversiegebeurtenis. In het scherm dat nu geopend is zet je de naam van de gebeurtenis welke je als conversie wilt zien. Dit moet exact overeenkomen met de gebeurtenisnaam zoals je die stuurt vanuit GTM of zoals je deze hebt aangemaakt in Google Analytics 4. In mijn voorbeeld is dat de naam ‘aanmelding_elearning_ga4’. Daarna klik je op Opslaan: Aanpassingen die je doorvoert onder Configureren duren 24-48 uur voordat deze verwerkt zijn en je deze kunt zien in de rapporten. Stel ik wil een specifieke gebeurtenis als een conversie meten? Stel je meet het klikken op ‘buttons’ als een gebeurtenis in GA4. Als je niet de gebeurtenis ‘buttons’ wilt zien als een conversie maar alleen een specifieke button (lees: met een waarde van een specifieke parameter), dan moet je deze aanmaken in GA4. Je moet er dus eerst voor zorgen dat de gebeurtenis met die specifieke parameter als een aparte gebeurtenis in GA4 staat, voordat je hier mee verder kunt. Hiervoor ga je in GA4 naar Configureren en Gebeurtenissen en klik op de blauwe button Gebeurtenis maken en weer op de blauwe button Maken. Je geeft hier de naam van de gebeurtenis aan, deze kun je dus zelf verzinnen en hoef je dus ook niet van te voren via GTM aan te maken. Bij de voorwaarden zet je neer waar de gebeurtenis en parameter aan moeten voldoen. In dit geval is de event_name, oftewel gebeurtenisnaam, ‘buttons’. Dit is dus de gebeurtenisnaam zoals je die hebt aangemaakt in GTM. Klik op Voorwaarde toevoegen en je kunt de voorwaarde van de parameternaam invullen die van toepassing is. In mijn voorbeeld is dat parameter ‘button_tekst‘ met waarde bevat ‘ meer weten over deze e-learning GA4’. Als de voorwaarden kloppen, klik je rechtsboven op de button Maken en de gebeurtenis is opgeslagen. Vervolgens kun je deze nieuwe gebeurtenis direct als conversie instellen onder Configureren – Conversies. Meer leren over Google Analytics 4? Na het lezen van dit artikel wil je misschien meer leren over GA4 of vind je het fijn dat het aanmaken van gebeurtenissen en conversies aan je wordt uitgelegd. Heb je interesse in een training, schrijf je dan in voor een van mijn trainingen of start met de Praktijkgerichte E-Learning Google Analytics 4. In deze e-learning GA4 leer je: + hoe je KPI’s opstelt en hiervoor een meetplan opzet. Dit maakt dat je weet wat je moet meten en naar welke data je wilt kijken in GA4 + hoe je de juiste instellingen doorvoert in GA4 + hoe je zelf rapportages en funnel analyses maakt + hoe je de data moet lezen en begrijpen, zodat je hier belangrijk inzichten uit haalt Als je je team wilt laten trainen, dan is de op maat gemaakte incompany training GA4 interessant. Of maak een afspraak over de mogelijkheden voor een 1-op-1 coaching.
#GA4tips: conversies instellen in Google Analytics 4 Meer lezen »
In mijn vorige artikel beschreef ik waar je op moet letten als je gaat overstappen van Universal Analytics naar Google Analytics 4. Daarbij ging het om het neerzetten van een goede basis van je Analytics zodat je weet wat je moet doormeten. Verder heb ik ook beschreven hoe je een GA4 property aan maakt en hoe je doelen uit Universal Analytics op een eenvoudige manier kunt migreren naar GA4. In dit artikel lees je over de top 10 instellingen die je moet doorvoeren in GA4, zodat je de juiste data verzameld en hierdoor op betrouwbare data gaat sturen. De instellingen die ik hieronder beschrijf vind je allemaal in de beheerderomgeving in de Propertykolom. We beginnen eerst bij… 1. Property-instellingen Dit is vrij eenvoudig. Onder property – property-instellingen zorg je voor het volgende: Geef een duidelijke naam voor je property. Aangezien je eerst ook nog een Universal Analytics property hebt aan staan (en misschien wel meerdere) is het raadzaam om deze nieuwe property te beginnen met GA4 en daarna de naam van je website te benoemen. Heb je meerdere properties die je moet overzetten, dan zorg je op deze manier ervoor dat alle GA4-properties onder elkaar staan. Branchecategorie: is niet echt noodzakelijk voor je eigen dataset op dit moment. Op het moment dat er benchmarkgegevens worden getoond in GA4, dan is het wel handig dat je hier de juiste branche aangeeft. De tijdzone zet je op Nederland-tijd Valuta in Euro Instellingen onder ‘Gegevensstreams’ Hierin vind je o.a. Het instellen van het zoeken op je website (intern zoeken) Intern verkeer definiëren voor het instellen van filters Een lijst met ongewenste verwijzingen maken voor o.a. de domeinen van betaalproviders Tijd voor sessie en betrokkenheid instellen Uw domeinen configureren voor het instellen van het meten over meerdere hoofddomeinen 2. Het instellen van het zoeken op je website Ook wel internal search, intern zoeken genaamd. Oftewel, als mensen op je website komen en je biedt op je website een zoekbalk aan dat mensen binnen je site kunnen zoeken. De zoektermen die hier worden ingetypt kun je terug zien in je GA4-rapporten. In principe wordt dit automatisch gedaan, maar het is altijd goed dit nog even te checken of het goed staat. Open daarvoor een nieuwe tab en ga naar je eigen website. Doe vervolgens een zoekopdracht en kijk welke parameter vóór je zoekterm staat in de url. Dit is bijvoorbeeld wat ik zie als ik op www.web-expertise.nl zoek naar ‘e-learning Google Analytics 4′: Je ziet dat er een parameter verschijnt: ‘s’. En daar achter staat de zoekterm die ik heb ingevoerd. In GA4 onder ‘Gegevensstreams’ en doorklikken op de stroom die er staat van je website, klik je rechts op het tandwieltje van het deel ‘Verbeterde meting’. Bij Zoeken op de site klik je op ‘Geavanceerde instellingen tonen’ en in het veld onder ‘Queryparameter voor zoekterm’ zorg je er voor dat jouw queryparameter daar genoemd wordt. In mijn geval is dat de ‘s’ . Ik zie dat deze er al staat, dus voor mij staat het al goed. Dit werkt uiteraard alleen als je website zo gebouwd is dat er in de url een aparte parameter verschijnt vóór je zoekterm. Overigens als het goed is heb je hier bij de Verbeterde meting alle andere gebeurtenissen ook op ‘aan’ staan. 3. Intern verkeer definiëren voor het instellen van filters Je hebt in GA4 niet de mogelijkheid om verschillende weergaven te maken, zoals je dat wel kunt in Universal Analytics. Wat je wel kunt doen is het intern verkeer en verkeer van je bijvoorbeeld je webbureau uit je gegevens filteren door het instellen van een filter. Ga naar ‘Taginstellingen instellen’, klik op ‘Alles tonen’ en daarna op ‘Intern verkeer definiëren’. Klik op de button ‘Maken’ en het spreekt voor zich wat je bij de velden moet invullen. Het traffic-type laat je op ‘internal’ staan. Filters krijgen standaard de status ‘testen’. Deze kun je op ‘actief’ zetten onder ‘gegevensinstellingen – gegevensfilters’. Wanneer het filter op ‘actief’ staat, wordt het verkeer op basis van dit filter daadwerkelijk tegen gehouden. 4. Een lijst met ongewenste verwijzingen maken voor o.a. de domeinen van betaalproviders In het geval dat er online betalingen op je website plaats vinden, wordt de bezoeker bij het afrekenen van het product in de checkout naar een betaalprovider geleidt om hier de betaling uit te voeren. Hiermee gaat de bezoeker van jouw website naar het domein van de betaalprovider, waardoor normaal gesproken de sessie op jouw website van deze bezoeker eindigt. Na de betaling komt de bezoeker weer terug op jouw website, namelijk de bedanktpagina. Als je GA4 niet goed instelt, zul je zien dat de betaalprovider dan de conversie krijgt toegewezen in de rapporten, aangezien deze als laatste kanaal was voordat de bezoeker op de bedanktpagina komt. Met als gevolg dat je niet weet via welke campagne deze bezoeker kwam, waardoor het optimaliseren van de campagnes niet meer gaat aangezien er geen conversies meer worden toegewezen aan de campagne. Dit wil je natuurlijk altijd voorkomen, toch? Ga hiervoor naar ‘Taginstellingen instellen’, klik op ‘Alles tonen’ en daarna op ‘Een lijst met ongewenste verwijzingen maken’. Hierin zet je vervolgens alle betaalproviders waar je mee te maken hebt bij de online betalingen op je website. In de screenshot zie je een aantal staan, maar hier moeten alle domeinen van de betaalproviders staan die van toepassing zijn. 5. Tijd voor sessie en betrokkenheid instellen De sessietijd staat standaard op 30 minuten en dat is op zich goed. Je kunt je afvragen waarom je een sessie na 30 minuten inactiviteit laat beëindigen? Als iemand op je website is, gaat met lunchpauze en laat de website open staan en komt na ruim 30 minuten terug, dan zou een nieuwe sessie starten. Maar waarom zou je dat willen? Deze sessietijd is ook niet handig als je video’s op je website hebt staan die langer dan 30 minuten zijn en er in de tussentijd niets wordt gemeten. Terwijl de bezoeker je video bekijkt wordt de sessie toch afgebroken in analytics en rapporteert GA4
#GA4tips: dé top 10 instellingen om door te voeren in Google Analytics 4 Meer lezen »
Maak je gebruik van Google Analytics en wil je dit ook volgend jaar blijven gebruiken? Dan wordt het tijd om in actie te komen, want vanaf 1 juli 2023 stopt de huidige versie van Google Analytics (Universal Analytics) en moet je verder met de nieuwe versie, Google Analytics 4, in het kort GA4. Aangezien de gegevens niet overgezet kunnen worden van de ene naar de andere versie, wil je nu al GA4 installeren zodat je hierin alvast gegevens gaat verzamelen. Dit loopt dan naast je huidige Universal Analytics en verzamel je dus nog tijdelijk data in beide versies. Hoe je dit het beste kunt doen en waar je op moet letten lees je in deze serie over het instellen van GA4. In het eerste artikel begin ik bij de basis. Je kunt heel veel meten, maar wat is nu echt belangrijk om te meten en hoe bepaal je de KPI’s? Verder laat ik zien hoe je de eerste stappen zet met het opzetten van GA4 en hoe je doelen uit Universal Analytics migreert naar GA4! Wat wil ik meten in Google Analytics 4? Als je overstapt naar een nieuw analytics systeem, wat Google Analytics 4 eigenlijk is, dan is dat het ideale moment om je datastrategie opnieuw te bekijken. Wat zijn nu echt de belangrijkste indicatoren waarop je wilt sturen? Deze KPI’s vormen het hart van je datastrategie en van datgene wat je wilt doormeten. Het geeft voor jezelf een basis hoe je naar Analytics kunt kijken, los van welke tool je gebruikt. Om te voorkomen dat je maar van alles gaat meten zonder een specifieke gedachte of doel, zie je op een gegeven moment door de bomen het bos het niet meer. Stap 1: Begin eerst bij de bedrijfsdoelen. Wat zijn de doelen die jou bedrijf gesteld heeft voor de komende periode? Op basis van je bedrijfsdoelen zal je de doelen voor jouw website in het verlengde moeten formuleren. Bijvoorbeeld als jouw bedrijf het doel heeft gesteld om in periode X de omzet met 30% te laten stijgen, dan zul je jouw websitedoelen daarop moeten inrichten. Stap 2: Als je deze website doelen hebt bepaald, dan ga je aan de slag om dit te concretiseren naar KPI’s. Je hebt namelijk indicatoren nodig om iets over het bereiken van de doelen te kunnen zeggen. Dit zijn dus de belangrijkste metrics, statistieken, waar je naar kijkt en die jou een indicatie geven of je nog ‘on track’ bent. Een handig hulpmiddel hierbij is het See Think Do Care model van Google, de customer journey funnel die ook verschillende varianten heeft. Je ziet dit namelijk ook terug in de opbouw van Google Analytics 4: Ga voor elke fase businessvragen stellen. Dus wat zijn de vragen die je hebt op het gebied van See: verkeer naar je website toe Think: engagement, gedrag van bezoekers op de website Do: conversies die belangrijk zijn om te halen Care: behoud van bezoekers/klanten Dit zijn de vragen waar je antwoord op wilt hebben zodat je weet waar je wel/niet moet bijsturen. Deze vragen moeten aan een van je websitedoelen gekoppeld worden. Het heeft immers geen zin om vragen te stellen waarvan het antwoord niets zegt over een van je websitedoelen. Een voorbeeld van een vraag is ‘Hoeveel leveren betaalde kanalen ons op?’ Per vraag bepaal je dan welke metric je nodig hebt om deze vraag te beantwoorden. Dit is de KPI die je wilt rapporteren in bijvoorbeeld een dashboard. In het genoemde voorbeeld zou de metric dan zijn de ROI (Return On Investment). Vervolgens ga je per KPI een target stellen. Wat is de specifieke metric nu en waar willen we naar toe groeien? Dus in het voorbeeld kijk je wat de ROI van de afgelopen periode is en op basis daarvan bepaal je wat dan je doel is om de komende periode te halen, wat in lijn is met je websitedoel (en dus een bijdrage levert aan het hogere bedrijfsdoel). Dit kun je bijhouden in Excel (je kunt deze Google Sheet downloaden) Als je deze stappen hebt gezet, heb je een goed beeld wat het belangrijkste voor jou is om te meten in de nieuwe GA4 property en welke doelen je wilt omzetten naar Google Analytics 4. Het wordt dan nu tijd om GA4 aan te maken…. Hoe start ik met GA4: de instelassistent De beste manier om over te stappen is met de instelassistent voor GA4. Deze vind je in de beheerderomgeving (in Analytics, klik links onder op het tandwieltje om in de beheerderomgeving te komen. In de tweede kolom (Property) zie je de link als eerste staan: Vervolgens klik je op de blauwe button Aan de slag: en bij de volgende stap klik je op Property maken: Je kunt hierbij kiezen om een vinkje te zetten om gegevensverzameling met je bestaande gtag aan te zetten. Gebruik je Google Tag Manager bij het meten van je website, dan laat je dit uit. De setup wizard heeft nu een nieuwe GA4 property voor je gemaakt en kopieert een aantal standaard zaken (o.a. naam, tijdzone, valuta instelling) vanuit je bestaande Universal Analytics property, wat wel zo handig is. Bovendien kun je nu ook een aantal andere instellingen migreren naar je GA4. Eerst moet je er nog voor zorgen dat er gegevens van je website naar deze property worden gestuurd. Ga in de propertykolom naar Gegevensstreams en selecteer de website (gegevensstroom) waarvan je de data wilt opvangen. Je kunt kiezen voor het plaatsen van de Google Tag (gtag.js) op je website. Klik onderaan op Taginstructies bekijken: Daarna op tab ‘Handmatig installeren’ en klik op het kopieer icoontje voor het kopiëren van het scriptje met de G-tag. Deze code moet geplaatst worden in het <HEAD>-gedeelte van je website, zodat het op elke pagina komt te staan. Mijn voorkeur gaat uit naar Google Tag Manager, aangezien dit meer flexibiliteit geeft in het doormeten van diverse interacties op je website. Hiervoor heb je eerst de Metings-ID nodig. Als je terug gaat naar Gegevensstreams zie je rechts bovenaan je Metings-ID
Google heeft eindelijk aangekondigd wanneer ze gaan stoppen met Universal Analytics, de huidige Google Analytics versie welke al sinds 2012 bestaat. Vanaf 1 juli 2023 komen er in Universal Analytics geen nieuwe gegevens meer binnen. Gebruik je de zakelijke versie GA360, dan worden gegevens verwerkt tot 1 oktober 2023. Het wordt nu dus de hoogste tijd om te beginnen met de nieuwe versie Google Analytics 4 (GA4), welke naast de Universal Analytics de komende maanden kan blijven lopen. Maar wat zijn nu de gevolgen dat Universal Analytics gaat stoppen en hoe lang kun je nog bij de data in Universal Analytics? Waarom stopt Google met Universal Analytics? De reden van Google om met een nieuwe versie en dus ook een compleet nieuwe meetmethode te komen is dat Universal Analytics (GA3) niet meer voldeed aan alle eisen en behoeften die er in de markt zijn. Universal Analytics stamt uit 2012 en was toen nog met name gericht op desktop data. Later kwam mobile meer en meer in opkomst, alleen werd dezelfde gebruiker op desktop en mobiel niet als dezelfde gebruiker gezien. Dit komt omdat Universal Analytics de data haalt uit cookies, welke opgeslagen worden in de browser van je device. Later werden er wel mogelijkheden toegevoegd om dit te koppelen, maar dat had de nodige beperkingen. Het was dus niet mogelijk om de hele customer journey over verschillende devices in kaart te brengen. Zoals Google zelf zegt, Google Analytics 4 geeft een ‘customer-centric measurement’ waarbij gebruik wordt gemaakt van meerdere identificatie-methoden, zoals de gebruikers-ID en of je met je Google-account bent ingelogd. Google stopt ook met opslaan IP-adressen Daarnaast speelt de privacy ook een grote rol, zeker nu Google Analytics in o.a. Oostenrijk en Frankrijk wordt verboden gezien het niet zou voldoen aan de GDPR (de internationale versie van de AVG). Dit komt omdat Google Analytics IP-adressen stuurt naar de VS, wat wordt gezien als persoonlijke data. Hoewel Universal Analytics diverse mogelijkheden aan privacyopties biedt, lijkt dit toch niet afdoende. Het zal er zeker mee te maken hebben dat Google ook heeft aangekondigd te stoppen met het opslaan van IP-adressen in de nieuwe versie Google Analytics 4. Het is alleen niet precies duidelijk wanneer dit zal zijn. Verschil Universal Analytics en Google Analytics 4 Google Analytics 4, afgekort GA4, is dan ook ontworpen met focus op privacy en om een betere ervaring te bieden aan de gebruikers. Het werkt deels nog met cookies, maar gebruikt standaard andere modellen en technieken om gebruikersgedrag crossplatform, us van app naar web, meetbaar te maken. Het is niet alleen een nieuwe update of versie, maar een compleet nieuwe meetmethode hoe het verkeer van je website en online marketing inspanningen gemeten wordt. Dit betekent dat je helemaal opnieuw moet beginnen met het verzamelen van data in deze nieuwe versie, want de gegevens kunnen niet omgezet worden. Het grootste verschil is de meetmethode. Bij GA4 is de meetmethode gebaseerd op gebeurtenissen (events). Elke interactie wordt als een gebeurtenis gemeten, waardoor GA flexibeler is en eenvoudiger aan te passen is, zeker voor het meten over meerdere platformen. In Google Analytics 4: wat is deze nieuwe Google Analytics? lees je meer over de nieuwe meetmethode. Waar moet je rekening mee houden nu Universal Analytics gaat stoppen? Wees gerust: tot 1 juli 2023 kun je Universal Analytics blijven gebruiken en komen er ook gewoon gegevens binnen (voor Analytics 360 is dit 1 oktober 2023). Maar na deze datum komen er dus géén nieuwe gegevens meer binnen. Na 1 juli 2023 heb je nog minimaal 6 maanden toegang tot je data in Universal Analytics, alleen komt er dus na 1 juli 2023 geen nieuwe data meer bij. Voor Analytics 360 begint deze 6 maanden te lopen vanaf 1 oktober 2023. In je Google Analytics interface zul je op de hoogte gehouden worden door Google wanneer je niet meer bij je gegevens in Universal Analytics kunt komen. Koppeling met Google Ads aanpassen Als je Google Ads hebt gekoppeld aan Universal Analytics, dan zullen vanaf 1 juli 2023 de gegevens vanuit Universal Analytics niet meer worden doorgestuurd naar Google Ads. Denk hierbij aan: doelen die je hebt geïmporteerd in Google Ads, waarop je je ads optimaliseert doelgroeplijsten die je vanuit Universal Analytics naar Google ads stuurt eventuele andere sitestatistieken die je nu importeert in Google Ads Je zult dus je Google Ads moeten koppelen aan Google Analytics 4, zodat je conversiegegevens blijft zien in Google Ads. Dit is belangrijk, aangezien deze conversies worden gebruikt voor het optimaliseren van biedingen in Google Ads. Echter, als je Google Ads koppelt met zowel Universal Analytics als met GA4, dan wil je voorkomen dat conversies in Google Ads dubbel worden gemeten. Je kunt hiervoor de Universal Analytics doelen verwijderen uit Google Ads en vervolgens de conversies uit GA4 importeren. Het nadeel van deze methode is dat je de conversiemeting vanuit Universal Analytics en GA4 in Google Ads niet kan vergelijken. Een betere optie is dan dat je in Google Ads de conversies uit Universal Analytics gaat omzetten van primaire naar secundaire conversies. Dit doe je in Google Ads als volgt: onder Tools en instellingen klikken op Meting – Conversies vervolgens klik op bewerken van het specifieke doel in het dropdown menu kies je dan voor Secundaire actie (alleen observeren). Daarna zul je de conversies vanuit GA4 moeten importeren: ga bij Meting – Conversies klikken op het plus-teken van Conversie kies voor + Nieuwe conversieactie vervolgens importeren en kies voor Google Analytics 4 -property’s daarna op doorgaan en opslaan Conversies vanuit GA4 worden in Google Ads standaard weergegeven als primaire conversies. Het voordeel van deze laatste optie is dat je hetzelfde doel in Google Ads blijft zien, maar dat alleen het doel wat je vanuit GA4 importeert wordt meegenomen in de bodoptimalisaties binnen je campagnes. Daarnaast kun je in Google Ads zien wat de verschillen zijn tussen de conversies vanuit Universal Analytics en GA4, want die zullen er zeker zijn vanwege de verschillende meetmethode. Houd wel in gedachte dat er geen historische gegevens vanuit GA4 worden geïmporteerd.
Google Analytics 4 is de nieuwe versie van Google Analytics sinds 20 oktober 2020. Zoals ik in mijn vorige artikel Google Analytics 4: wat is deze nieuwe Google Analytics? heb beschreven is het van groot belang om zo snel mogelijk te beginnen met het instellen van GA 4. De historische data verdwijnt en kan niet overgezet worden naar GA4, vandaar dat het verstandig is om Google Analytics 4 naast je huidige Google Analytics (Universal Analytics) te laten draaien. Hoe je GA4 moet instellen, lees je in dit artikel. Stap 1: In de beheerder omgeving ga je naar Property kolom (2e kolom) en klik bovenaan op Instelassistent voor GA4 Stap 2: Klik vervolgen op de blauwe button Aan de slag onder het kopje Ik wil een nieuwe Google Analytics 4 property maken Stap 3: In het scherm wat nu tevoorschijn komt klik je op de blauwe button Property maken Stap 4: De GA4 property is aangemaakt! Klik op de button Uw GA4-property bekijken. Stap 5: Nu moeten we zorgen dat er ook daadwerkelijk gegevens worden gestuurd van de website naar deze nieuwe GA4 property. Klik hiervoor op Taginstallatie Stap 6: Klik op het rechthoek van de gegevensstroom die je net hebt aangemaakt: Stap 7: In het deel Instructies voor het gebruik van tags heb je de keuze tussen implementatie met de algemene sitetag of Google Tag Manager (GTM). Heb je al de Google Analytics code op je website staan en gebruik je dus geen GTM, dan kies je voor de eerste optie en plaats je de code dus extra op je website: Ik kies bij voorkeur voor Google Tag Manager. Dit is een gratis tool om interacties op je website meetbaar te maken. Hieronder volgen de stappen voor het instellen van de GA4-tag in GTM. Stap 8 Ten eerste heb je de metings-ID nodig van GA4. Deze vind je rechts bovenaan. Klik op het kopieer-icoontje zodat je jouw eigen unieke metings-ID kopieert. Stap 9 Ik ga hier niet in hoe je GTM implementeert, want ik ga er van uit dat je dit al hebt gedaan. Mocht je dat nog niet hebben gedaan, dan is het natuurlijk altijd mogelijk mij hiervoor in te huren ? In GTM ga naar Tags en klik op Nieuw Stap 10: Klik op tagconfiguratie Stap 11: Kies bij Type tag voor Google Analytics: GA4-configuratie Stap 12: Plak het Metings-ID wat je gekopieerd hebt vanuit Google Analytics (stap 8). Zorg er voor dat het vinkje aan staat bij ‘een paginaweergavegebeurtenis verzneden wanneer deze configuratie wordt geladen’. Stap 13: Klik onderaan de tag op het blok Triggers en kies de trigger All Pages Stap 14: Als je de tag een duidelijke naam hebt gegeven, dan kun je de tag bewaren door te klikken op de button Opslaan Stap 15: Uiteindelijk ga je de container met deze nieuwe GA4-tag verzenden en publiceren. Super! Nadat je dit hebt gedaan, wordt het bezoek op je website ook gemeten in de Google Analytics 4 property! Hulp nodig bij Google Analytics 4? Dit is pas de basis zodat je in ieder geval zeker weet dat er nu ook data wordt gestuurd in je nieuwe GA4-property. Nu zul je verder implementatie moeten doen. In volgende blogposts ga ik dit verder beschrijven. Wil je al eerder verder aan de slag en heb je hier hulp bij nodig? Neem dan vrijblijvend contact met me op. Dit kan in de vorm van 1-op-1 coaching of een training, online of bij jou op kantoor. Of ik pak deze werkzaamheden als freelancer voor je op.
